woensdag 29 september 2010

Marina Tsvetajeva (1892-1941)



Goed dat u niet bezeten bent van mij,
Goed dat ik ook van u niet ben bezeten,
Dat wij op aarde blijven en dat wij
Niet wegzweven naar andere planeten.
Goed dat ik gek mag doen - losbandig, vrij,
Dat ik mijn woorden niet hoef af te meten,
En dat een aanraking van uw kledij
Geen wild, benauwend vuur in mij ontketent.

Goed dat u in mijn bijzijn ook gerust
Liefkozingen van anderen kunt krijgen,
En dat u, als een ander míj eens kust,
Mij niet met hel en vagevuur zult dreigen.
Goed dat u steeds, bewust of onbewust,
Mijn lieve naam, o lieve, zult verzwijgen...
Dat nooit in 't godshuis, in gewijde rust
een halleluja voor ons op zal stijgen.

Ik dank u voor dat alles; ik ben blij
Dat u, zonder er zelf iets van te weten,
Zo van mij houdt: dank voor de zon die wij
Niet samen zien, de niet met u gesleten
Verstilde nacht; dat wij elkander bij
Zonsondergang en maneschijn vergeten,
Dat u niet - ach! - bezeten bent van mij,
En dat ik - ach! - van u niet ben bezeten.

(3 mei 1915)
(vertaling Anne Stoffel)

Met dank aan Diana.

P.S. De levensloop van M.T. is niet alledaags. Check (de Engelstalige) wikipedia.

1 opmerking:

Anoniem zei

Die zigeunerdrang om te scheiden!
Een ontmoeting - en snel weer weg!
'k Laat mijn hoofd in mijn handen glijden,
En kijk in de nacht, en zeg:

Geen mens die begrijpt bij het lezen
Van brieven van mij en jou,
Hoe trouw'loos we zijn, dus in wezen -
Hoe zeer aan ons zelf getrouw.

M.T. oktober 1915