Na het verraad:
Hoe zijn we nu zoo wijd verzeild uit onzen plicht!
Ik zwoer mijn Schepper af. Hoe kan ik voor dat licht
Mijn lasterstukken, mijn verwatenheid vermommen?--
Hier baat geen deinzen, neen, wij zijn te hoog geklommen.
Wat raad? wat best geraamd in dees' vertwijfeldheen?
De tijd geen uitstel lijdt. Een oogenblik is geen
Genoegzaamheid van tijd; indien men tijd mag noemen
Dees' kortheid, tusschen heil en endeloos verdoemen.
Maar 't is te spa, en hier geen boete voor ons' smet.
De hoop is uit. Wat raad? Daar hoor ik Gods trompet!
2 opmerkingen:
Mooi, maar moeilijk stuk!
Een schitterend acterende Jan Decleir die het ganse stuk in 1 krachtige zin samenvat: "Wij zijn te hoog geklommen..."
Ik blijf vallen.
Een reactie posten